Een kleine geschiedenis van de Hofkapel (en daaronder)
In de zomer van 2023 vindt er archeologisch onderzoek plaats onder de voormalige Hofkapel op het Binnenhof. Eeuwenlang werd de kapel als begraafplaats voor belangrijke personen gebruikt. De archeologisch opgravingen bieden dan ook de unieke kans om onderzoek te doen naar de begraven edellieden onder de Hofkapel. Het ‘graven naar graven van graven’ gebeurde al twee keer eerder: in 1770 en 1879. Al gebeurde dat niet altijd even nauwkeurig.
Het verhaal van de Hofkapel is ook een kleine geschiedenis van de (religieuze) veranderingen in Nederland. Graaf Floris de Vijfde stichtte de Hofkapel in 1289 als een kapel bij de Grafelijke zalen. Na de reformatie werd de kapel eind zestiende eeuw in gebruik genomen door de Waals-Hervormde gemeente. Toen Lodewijk Napoleon in 1806 het Binnenhof betrok werden de diensten katholiek. En sinds 1879 kunnen we beter spreken van de ‘voormalige Hofkapel’; de rijksoverheid kocht het gebouw en gaf het de wereldlijke functie van kantoorruimte. Eerst voor het nog vrij nieuwe ministerie van Verkeer en Waterstaat, tegenwoordig is het onderdeel van de Eerste Kamer.
Ingrijpende veranderingen
Door alle veranderingen is de kapel in de loop der eeuwen constant verbouwd, vertimmerd, wederopgebouwd, uitgebreid en aangepast. De oorspronkelijke kapel van ongeveer 7,5 bij 22 meter brandde in 1644 bijna geheel af, alleen de muren bleven overeind. Na herbouw werd de kapel in 1688 verdubbeld over de breedte. De muur aan de kant van de Hofvijver werd daarvoor uitgebroken en vervangen door zuilen. Rond 1700 kreeg de kapel een dubbel entreegebouw.
De meest ingrijpende verbouwing kwam in 1879. Na de verkoop aan de rijksoverheid werd de kapel met weinig historisch besef verbouwd tot kantoor in neorenaissance-stijl. De verdiepingen, de gangen, de kamers; niets doet nu nog denken aan de oorspronkelijke kerkelijke functie. Slechts een paar delen van de oudste bouwfase en van de 17de-eeuwse kap zijn gespaard gebleven. Het historisch meest interessante deel van de voormalige kapel ligt dan ook niet boven, maar ónder de grond.
1770: verloren kennis wordt opgediept
Onder de Hofkapel zijn vanaf de veertiende eeuw talrijke belangrijke personen bijgezet in graven en graftombes; zoals de grafelijke familie, vooraanstaande edellieden en ambtenaren. Helaas hebben ook de meeste graven en graftombes de verschillende verbouwingen niet ongeschonden overleefd. Ook de kennis over wie precies waar was bijgezet ging langzaam verloren.
In 1770 werd voor het eerst echt onderzoek naar de graven gedaan. Een funderingsonderzoek in de kapel werd uitgebreid tot een opgraving. Er werden grafzerken, grafkelders en loden kisten met gebalsemde lichamen gevonden. Bezoekers van de Hofkapel maakten tekeningen van de opgraving. Waarschijnlijk werden niet alle grafstenen en stoffelijke resten na de opgravingen weer even nauwkeurig teruggeplaatst.
1879: het ontblooten der fondamenten
Pas tijdens de grote verbouwing in 1879 werd er goed gedocumenteerd onderzoek gedaan onder de Hofkapel, al duurde het onderzoek slechts enkele dagen. Daniel Veegens, griffier van de Tweede Kamer, leidde de opgravingen en deed uitvoerig verslag van ‘het ontblooten der fondamenten’. Veegens vond negen middeleeuwse grafkelders, waarschijnlijk van verschillende leden van de grafelijke familie. Veel lichamen verkeerden toen nog in relatief goede staat.
Bezoekers van het Binnenhof konden de werkzaamheden in het gat van bijna vier meter diep van dichtbij volgen. Ook de lichamen in de geopende lijkkisten waren voor iedereen zichtbaar. De volgens sommigen ‘respectloze grafschennis’ riep veel reacties op. Zelfs prins Alexander, zoon van de koning Willem III, beklaagde zich hierover.
Van Oldenbarnevelt: de heilige graal van de Hofkapel
Veegens en zijn team vonden onder andere de andere de vermoedelijke lichamen van graaf Albrecht van Beieren (1336 - 1404) en zijn vrouw Margeretha van Brieg. Tot Daniël Veegens grote teleurstelling kon het graf van Johan van Oldenbarnevelt niet geïdentificeerd worden. ‘Nederlands grootste staatsman’ werd na zijn onthoofding op het Binnenhof op 14 mei 1619 waarschijnlijk onder de vloer van de Hofkapel bijgezet.
Gaan de archeologen deze heilige graal tijdens het onderzoek deze zomer wel vinden? Het ontnuchterende antwoord: nee. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) deed in 2019 onderzoek naar de mogelijkheden tot identificatie. Stamboomonderzoek naar de nazaten van Johan van Oldenbarnevelt levert vooralsnog niets op. Zoeken naar een DNA-match tussen stoffelijke resten en afstammelingen is daardoor helaas niet mogelijk.
Hoe dan ook zullen de opgravingen bijzondere nieuwe inzichten opleveren over de Hofkapel, het Binnenhof en de ontstaansgeschiedenis van de staat der Nederland.