Realisatiecontract gebouw C van de Tweede Kamer ondertekend
Dinsdag 19 november ondertekenden vertegenwoordigers van het Rijksvastgoedbedrijf en de aannemende TBI-ondernemingen het realisatiecontract voor de renovatie van gebouw C van de Tweede Kamer. Gebouw C is het eerste deel van het Tweede Kamercomplex dat in uitvoering wordt genomen.
Het is zeker niet het bekendste gebouw van het Binnenhof. Gebouw C ligt ietwat verscholen en ingeklemd tussen de Ridderzaal, de uitbreiding van de Tweede Kamer uit 1992 en het voormalig ministerie van Koloniën (tegenwoordig ‘gebouw K’). De twee haakse kantoorvleugels werden in 1916 naar een ontwerp van rijksbouwmeester Henry Teeuwisse gebouwd als uitbreiding van het ministerie van Koloniën. Anders dan het vooruitstrevende Koloniën van een halve eeuw eerder werd de uitbreiding gebouwd in een traditionele stijl. Rondom een betonskelet ontwierp Teeuwisse historiserende gevels, in vorm aansluitend bij de rest van het Binnenhof.
Alle aspecten van de renovatie
“Vrij onopvallend,” noemt projectleider Thijs Paardekooper van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) het gebouw. “Het is het kleinste gebouwdeel van de Tweede Kamer. Tegelijkertijd bevat het wel alle aspecten die de renovatie van het Binnenhof zo complex maken. Het is geen monument, maar heeft wel die uitstraling; historisch erfgoed waar je heel zorgvuldig mee moet omspringen. En het moet straks ook voldoen aan alle moderne eisen wat betreft installaties, veiligheid, duurzaamheid en toegankelijkheid. Gebouw C is klein en overzichtelijk, maar toch representatief. Dat maakt het heel geschikt om er als eerste uit te lichten.”
“Een samensmelting van zeven losse gebouwen,“ zo omschrijft Ghiel van de Meeberg het Tweede Kamercomplex. Hij voerde als projectdirecteur de gesprekken over het contract namens de aannemerscombinatie van TBI-bedrijven (J.P. van Eesteren, Croonwolter&dros en Nico de Bont). “En in al die gebouwen van de Tweede Kamer zitten onzekerheden. Te veel om van tevoren goed te calculeren. Ondanks alle zorgvuldig uitgevoerde onderzoeken kunnen we onmogelijk alles weten wat er exact op ons afkomt.”
Nieuwe samenwerkingsvorm
Vanwege deze onzekerheden zochten het RVB en de TBI-combinatie naar een nieuwe samenwerkingsvorm. Thijs Paardekooper: “We werken niet met een vaste aanneemsom, maar met een richtprijs en rekenen uiteindelijk af op basis van werkelijk gemaakte kosten. Tijdens het traject zorgen we er als opdrachtgever en opdrachtnemer samen voor dat die werkelijke kosten zo laag mogelijk zijn. Met deze zogenoemde kosten-plusmethode is door andere opdrachtgevers positieve ervaring opgedaan.”
Ghiel van de Meeberg: “De basis is niet heel revolutionair. Net als bij andere aannemingsovereenkomsten werken we volgens de standaardregeling UAV 2012. WDJArchitecten heeft als architect van dit gebouwdeel een ontwerp gemaakt. Dat hebben we samen vertaald naar een bestek met tekeningen. Alleen de vorm van samenwerken, het afrekenen en administratie voeren is nieuw. We delen de meevallers, maar ook de tegenvallers: pain en gain.”
"Natuurlijk moeten we nu ook veel onderhandelen. Maar we zitten dan naast elkaar, en niet tegenover elkaar"
Eerlijk geld voor eerlijk werk
”Een traditionele overeenkomst werkt met meer- en minderwerk. Een potentieel vechtcontract waarbij de onderhandelingen hard tegen hard gaan,” volgens Thijs Paardekooper. “Natuurlijk moeten we nu ook veel onderhandelen. Maar we zitten dan naast elkaar, en niet tegenover elkaar. Dit stimuleert ons om samen te werken aan slimme oplossingen voor de problemen die we onderweg tegenkomen. En om samen te kijken waar we kunnen besparen door dingen efficiënter te doen. We voeren bijvoorbeeld gezamenlijk de belangrijkste inkoopgesprekken. Zo maken we optimaal gebruik van elkaars kracht. Bovendien maakt op deze manier samenwerken het werk leuker. Eerlijk geld voor eerlijk werk, noem ik het.”
“We zijn samen al een tijd op het Binnenhof bezig,” besluit Ghiel van de Meeberg. “Terwijl aan de plannen werd gewerkt hebben we de gebouwen gereed gemaakt voor de eigenlijke renovatie. De gebouwen zijn gestript, kwetsbare gedeeltes zijn ingepakt en de tijdelijke installaties voor de werkzaamheden zijn aangelegd. We zijn inmiddels goed op elkaar ingespeeld. Deze samenwerkingsvorm past veel beter bij het ‘wij-gevoel’ dat we inmiddels hebben ontwikkeld.”
Op basis van de ervaringen met gebouw C worden de komende maanden ook de contracten voor de andere gebouwdelen van het Tweede Kamercomplex uitgewerkt.