'Zonder fontein is het Binnenhof niet compleet'
De Binnenhoffontein heeft als Haags icoon misschien niet de status van de Ridderzaal of de Scheveningse Pier. Maar als toonbeeld van negentiende-eeuwse smeedkunst is hij onovertroffen. Vanaf maandag 7 februari 2022 wordt de neogotische fontein in delen ontmanteld. Aan het eind van de Binnenhofrenovatie komt de fontein - waar nodig hersteld - weer terug op de plek waar hij in 1885 ooit werd neergezet.
Zorgvuldig gedemonteerd
Een belangrijk deel van de Binnenhofrenovatie bestaat uit het aanleggen van nieuwe kabels en leidingen. Daarvoor moet de grond open. En dus moet de fontein - een rijksmonument - tijdelijk wijken. De fontein wordt zorgvuldig gedemonteerd en verdwijnt voor enkele jaren in opslag. Aan het eind van de renovatie wordt hij teruggeplaatst. 'Als je een interieur restaureert, hang je ook als allerlaatste de kristallen kroonluchter weer terug', zegt Lenneke van Konijnenburg van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB), projectleider buitenruimte van de renovatie en onder meer verantwoordelijk voor de fontein.
Technische renovatie
Tussentijds ondergaat de fontein een technische en ambachtelijke renovatie. Als hij wordt teruggeplaatst, is hij weer roestvrij en compleet. Voor de oppervlakkige beschouwer is het vooral de oude vertrouwde fontein.
'Als voorbijganger mag je straks het verschil niet zien tussen voor en na de Binnenhofrenovatie', beaamt bouwkundig adviseur Claus Schurg. Hij schreef het plan van aanpak voor ontmanteling, restauratie en terugplaatsen van de fontein. Schurg was bij de eerdere restauratie van de Binnenhoffontein in 2006 en 2007 betrokken. Hij kent het object van binnen en van buiten. 'Je wilt bijvoorbeeld ook dat de windroos weer exact dezelfde oriëntatie heeft ten opzichte van het bassin en de smeedijzeren opbouw.'
Eén geheel
Dat uitbundige smeedwerk is misschien wel het meest kenmerkende aan de neogotische fontein. Kenners zien in het vergulde ijzerwerk typisch gotische motieven als de driepas en de visblaas, maar ook bloemen, spuwers, helmen en wapenschilden met de Hollandse leeuw én de Duitse adelaar.
De hele opbouw wordt zoveel mogelijk als één geheel van het bassin gehaald, in een frame verpakt en per vrachtwagen afgevoerd naar smederij Oldenhave in Vorden, vertelt Schurg. Daar worden de onderdelen die door corrosie zijn aangetast gerepareerd, het bladgoud schoongemaakt en waar nodig vervangen. Enkele decoratieve onderdelen die ontbreken - bloemen en helmen - worden nieuw vervaardigd en teruggebracht. Het smeedwerk is bij Oldenhave in vertrouwde handen, want het bedrijf was ook al betrokken bij de eerdere restauratie van de fontein.
3D-scan
Het natuursteen bassin en de windroos rond de fontein gaan naar Van Milt Restaurateurs in Lunteren. Het bassin van de fontein bestaat uit zo'n tachtig hardsteen blokken. Die worden op de voegen uitgezaagd. Van de fontein is een 3D-scan gemaakt. Om te zorgen dat alle blokken bij het terugplaatsen weer precies op de goede plek terugkomen op de betonnen onderbouw. Ook het ondergrondse metselwerk waarop de fontein rust, wordt goed in kaart gebracht om de oude situatie zoveel mogelijk te kunnen herstellen.
'Het ontmantelen is eigenlijk zo gebeurd', zegt Schurg. 'Het echte werk zit erin dat je alle onderdelen goed merkt, zodat straks alle elementen weer op precies op dezelfde manier terugkomen. Het is net of je een motorfiets in elkaar zet; dan wil je aan het eind ook geen onderdelen overhouden.'
Niet origineel
Niet alles aan de Binnenhoffontein is origineel. De groen-witte mozaïeksteentjes in het bassin bijvoorbeeld dateren van een eerdere renovatie in 1975. Net als de betonnen prefabblokken onder het natuursteen van het bassin. Toch komt ook het mozaïek in het bassin straks terug. Waar mogelijk, vertelt Schurg, worden de steentjes losgemaakt van het beton om ze later terug te plaatsten.
Hardstenen windroos
Evenmin oorspronkelijk is de hardstenen windroos rond de fontein. Die kwam er pas in 1953, als verwijzing naar de historische windroos die al te zien is op afbeeldingen uit de zeventiende eeuw. Toen was er op het Binnenhof nog geen fontein te bekennen. Ook de windroos wordt nu uitgezaagd om na de renovatie terug te komen.
De plek
Ook niet origineel is de plek waar de fontein staat. Oorspronkelijk stond de Binnenhoffontein centraal op het plein, recht tussen de ingangen van de Eerste en Tweede Kamer in. Na een restauratie in 1975 kwam hij een aantal meters verderop te staan, in lijn met de ingang van de ingang van de Ridderzaal. Wat precies de reden van die verplaatsing was, is lastig te achterhalen, vertelt monumentenadviseur Marleen Greil van het RVB. Maar voor de toekomst wordt nu gekeken naar de mogelijkheid om de fontein weer de oude plek terug te plaatsen, centraal op het plein.
Icoon
'Dat de fontein zelf en de plek in de historie zijn veranderd, maakt hem niet minder waardevol', zegt Greil stellig. 'Het is een geheel dat zo is gegroeid: het glanzende bovengedeelte, gecombineerd met het sobere natuursteen en die niet-originele windroos. Op die manier is een mooie gelaagdheid ontstaan. Aan de ene kant is de fontein uitbundig. Aan de andere kant staat hij er best ingetogen bij en dat symboliseert hij misschien ook wel een beetje ons land. Zonder fontein is het Binnenhof niet compleet. Het is geen op zichzelf staand icoon, maar wel een icoon van het Binnenhof.'
Geschenk Haagse burgers
De Binnenhoffontein staat er sinds 1885. Het verhaal wil dat de fontein een geschenk is van 86 Haagse burgers aan de regering. Als dank voor de restauratie van de voorgevel van de Ridderzaal in 1880. Maar achter de schermen waren de sturende krachten architect Pierre Cuypers en topambtenaar Victor de Stuers, grondlegger van de monumentenzorg in Nederland. Het was hun manier om waardering uit te spreken voor de restauratie van het hele Binnenhof.
De totale bouwkosten van de fontein bedroegen 4665 gulden en 76 cent. Cuypers kreeg geen cent voor zijn ontwerp- en advieswerk. En De Stuers betaalde persoonlijk een flink deel van de kosten. Het Rijk betaalde de fundering, de waterleiding en de kosten voor het opbouwen.
Voordat de fontein zijn plek op het Binnenhof kreeg, stond hij in 1883 op het Museumplein in Amsterdam als onderdeel van de Internationale Koloniale en Uitvoerhandel Tentoonstelling. Bedoeld om de aandacht te vestigen op de smeedkunst als ambacht won de fontein daar de zilveren medaille in de categorie 'bouwwerken'.
Om water te besparen, werd de fontein vroeger alleen aangezet in de zomermaanden en op speciale dagen, zoals verjaardagen van het Koninklijk Huis, Prinsjesdag en de herdenking van de Slag bij Waterloo.
Publicatie 3 februari 2022, auteur: Lars Kuipers