Archeologen leggen laatste stuk Binnenhof bloot
Deze week beginnen de grondwerkzaamheden aan de achterkant van de Ridderzaal. Archeologen van de gemeente Den Haag kijken mee bij de funderingsonderzoeken en het verwijderen van kabels en leidingen. Het archeologisch onderzoek biedt opnieuw een unieke kans om meer te leren over de geschiedenis van het Binnenhof.
Archeoloog Andjelko Pavlovic verwacht achter de Grafelijke Zalen opnieuw veel interessante vondsten. “We denken aan laatmiddeleeuwse funderingen, vloeren en putten. Er is zelfs een kans dat er sporen uit de prehistorie worden ontdekt.”
Voorloper van de tennisbaan
Toen het Binnenhof nog bewoond werd door de graven van Holland, in de periode vanaf 1229, werd het gebied achter de Ridderzaal het ‘Achterhof’ genoemd. Het was het woongedeelte van de adellijke families en het gebied werd uitgebouwd tot een zelfvoorzienend Hof. Zo werden er moestuinen en bloementuinen aangelegd, was er een slachterij, een bakkerij, een washuis en een bierbrouwerij. Om de Hofvijver van vers en schoon water te voorzien, werd een aftakking van de Haagse Beek gemaakt, die het water uit de duinen bij Kijkduin naar het Binnenhof leidde. In 1500 werd er naast de Ridderzaal zelfs een ‘Caetsbaan’ aangelegd, een voorloper van de tennisbaan.
Middeleeuws privéterrein
Archeologen van de gemeente Den Haag werken bij het onderzoek nauw samen met de bouwteams om ervoor te zorgen dat waardevolle vondsten zorgvuldig worden behandeld. Archeologische resten die in de grond behouden kunnen worden blijven ook in de grond (‘in situ’). Andere vondsten worden geconserveerd en gerestaureerd. Hopelijk leidt het nieuwe archeologische onderzoek tot beter begrip van hoe de graven hun privéterrein in de Middeleeuwen hebben ingericht en gebruikt.